Gravelen is helemaal in tegenwoordig. En de verkoop van gravelbikes boomt dus ook. Maar heb je echt een gravelbike nodig om te kunnen gravelen? Ja en nee. Ja, omdat het verschil tussen een gravelbike en een koersfiets niet enkel de bredere banden en een andere cassette is. De geometrie van een gravelbike is toch anders dan van een racefiets.
Een gravelbike heeft een geometrie die wat meer op comfort gericht is. Het balhoofd zit over het algemeen wat hoger, wat voor een meer ontspannen positie zorgt. De verhoogde bottom bracket geeft je meer speling op ruig terrein en de langere wielbasis geeft je offroad meer stabiliteit.
Is een echte gravelbike dus beter dan een racefiets die je ombouwt tot gravelbike? Ja, in principe wel. Maar als je vooral op de weg fietst, en maar af en toe eens de offroad trails opzoekt, kan je gerust je racefiets ombouwen tot een gravelbike.
Monteer gravelbanden
De eerste tip is vrij vanzelfsprekend. Let wel op dat je voldoende plaats tussen de voor- en achtervork hebt om gravelbanden te monteren. Gravelbanden zijn namelijk een stuk breder dan standaard racefietsbanden (vanaf pakweg 33mm). Bij een fiets met velgremmen zal dit alvast zeer moeilijk zijn. De meeste racefietsen met schijfremmen kunnen gemakkelijk banden met een breedte van 35 mm of nog meer aan. Let ook op wat de maximale bandbreedte is die op je wielen past. Je kan dit in de meeste gevallen makkelijk online terugvinden. Als je vrij brede gravelbanden wil monteren, is het mogelijk dat je echte gravelwielen nodig hebt.
Kies voor tubeless
Reed je ook op de weg al tubeless? Bij gravelbiken is een tubeless set-up zo goed als een no-brainer. Door te kiezen voor een tubeless set-up kan je fietsen met een lagere bandendruk. Ook met een binnenband kan je in principe met een lagere druk rijden, maar dit houdt risico’s in. De kans op een stootlek is namelijk heel groot dan. Als je je banden tubeless monteert, kan je dus met een lagere bandendruk rijden voor extra comfort én grip. Bovendien is de kans op sneetjes in je banden bij offroad rijden vrij groot. Tubeless sealant dicht het gat terwijl je gewoon verder fietst.
1. Ga voor SPD pedalen
Uiteraard moet je ook mountainbike/gravelschoenen dragen als je SPD pedalen monteert. Zolang je op de fiets zit, maakt het op zich weinig uit of je nu met mountainbike pedalen of met racefiets pedalen gravelt. Het grootste verschil merk je bij moeilijke passages als je moet afstappen, of snel uit het klikpedaal moet. Snel uitklikken gaat makkelijker met SPD pedalen. Op moeilijk terrein wandelen gaat makkelijker met mountainbikeschoenen. Bovendien zou je met racefietsschoenen in no time je schoenplaatjes stuk maken.
2. Kies voor een gravelstuurlint
Comfort is alles. Een makkelijke manier om voor extra comfort te zorgen is een ander stuurlint monteren. Gravel stuurlinten zijn extra dik voor optimale demping. Ze zijn vaak voorzien van gel en bieden optimale grip zodat je steeds efficiënt kan sturen.
3. Monteer een andere cassette
Bij gravelen liggen de snelheden lager dan op de weg. Bovendien zijn beklimmingen vaak steil en kan je niet rechtstaan op de pedalen omdat je dan grip zou verliezen met je achterwiel. Een kleinere versnelling is dus zeker aangewezen. Kies daarom voor een cassette met de kleinste versnelling die je achterderailleur aankan. Als de mogelijkheden te beperkt zijn of als je merkt dat je kleinste versnelling toch niet klein genoeg is, kan je ook een kleiner kettingblad monteren.