De meeste verplaatsingen met de fiets vinden overdag plaats, maar dat wil niet zeggen dat er niet ook ‘s nachts of ‘s ochtends vroeg en ‘s avonds laat als het donker is gefietst wordt. Goede fietsverlichting is dan levensnoodzakelijk. Iedereen heeft wel al eens een fietser gezien die zonder licht reed en donkere kledij droeg. De kans is groot dat je hem of haar pas zag als je al heel dichtbij was. Fietsverlichting dient dus niet alleen om zelf te zien op de fiets, maar ook om gezien te worden. Per situatie is een minimale lichtsterkte dus zeker aangewezen.
Fietsverlichting vooraan:
Als je je enkel in een stadsomgeving verplaatst, volstaat voor het voorlicht minimaal 100 lumen. Binnen de bebouwde kom is er namelijk straatverlichting waardoor het nooit helemaal donker is. Bovendien is er veel ander verkeer en met een te felle lamp loop je het risico tegenliggers te verblinden. Fietsverlichting van 100 tot 500 lumen volstaat zodat je eventuele obstakels goed kan zien.
Buiten de bebouwde kom zal je wel meer zones tegenkomen waar er weinig tot geen verlichting is. Het spreekt voor zich dat je dan ook sterkere fietsverlichting nodig hebt in deze omstandigheden. Een minimum van 500 lumen is zeker aan te raden. Rond de 800 lumen is ideaal. Bij heel wat fietsverlichting is er een brede waaier aan verschillende standen met onder andere flash en andere ritmes. Ook de lichtsterkte wordt dan aangepast. Als je in goed verlicht gebied komt, kan je je fietsverlichting aanpassen aan de omstandigheden.
Rijd jij vaak door een gebied waar helemaal geen verlichting is, zoals afgelegen wegeltjes of in het bos? Dan heb je een sterk fietsvoorlicht nodig. 1000 lumen is toch het minimum om alle details van de ondergrond goed te kunnen zien. Uiteraard moet je er rekening mee houden dat de batterij minder lang meegaat als je de fietsverlichting op de sterkste stand laat staan.
Fietsverlichting achteraan:
Waar er twee soorten fietsvoorlichten bestaan, namelijk om zelf te zien en om gezien te worden, is er maar 1 soort fietsachterlicht: om gezien te worden. Bij fietsachterlichten gaat het vooral om opvallen. Een minimum aantal lumen per situatie is moeilijk te bepalen. Uiteraard hoe meer, hoe beter, omdat het aantal lumen ook de afstand bepaalt van waarop een fietsachterlicht zichtbaar is. Meer doorslaggevende factoren zijn bijvoorbeeld in hoeverre de lichtstraal van de zijkant zichtbaar is en of er extra functies aanwezig zijn. Dit zijn bijvoorbeeld automatisch inschakelen bij duisternis of een remlichtfunctie.