De juiste zadelhoogte heeft niet alleen een invloed op je comfort op de fiets. Door de juiste zadelhoogte kan je optimaal kracht zetten op de pedalen waardoor je zo efficiënt mogelijk kan fietsen. Een verkeerde zadelhoogte kan dan weer de aanleiding zijn van allerhande blessures, zoals rugklachten, slapende voeten of kniepijn. Om de optimale zadelhoogte te bepalen, is het best om een bikefit te laten uitvoeren. Toch kan je met enkele trucs ook zelf je ideale zadelhoogte (of toch nagenoeg) bepalen.
1. Hielmethode
De eerste methode is de eenvoudigste, maar misschien ook de minst precieze. Bij de hielmethode zet je je hiel op het pedaal. Zorg ervoor dat je crank in het verlengde van de zitbuis staat. Je been en je knie moeten dan volledig gestrekt zijn, maar niet overstrekt. Als je je knie wat moet buigen, wil dit zeggen dat je zadel hoger moet. Als je je been moet overstrekken of als je niet bij het pedaal komt, moet je zadel lager.
2. Op basis van binnenbeenlengte
Methodes op basis van de binnenbeenlengte zijn een stuk preciezer en meer wetenschappelijk onderbouwd. Om je binnenbeenlengte te weten te komen, stel je je op blote voeten tegen een muur. Plaats bijvoorbeeld een boek tussen je kruis en zet een streepje waar het boek de muur raakt. De afstand van de grond tot het streepje is je binnenbeenlengte.
Er zijn twee formules die werken op basis van de binnenbeenlengte. De eerste is de Hamley & Thomas methode. Volgens deze methode moet je de binnenbeenlengte maal 1,09 doen. De som die je uitkomt geeft de afstand weer van je zadel tot aan je pedaalas. De crankarm moet in het verlengde van de zitbuis staan.
Bij de LeMond methode (vernoemd naar Greg LeMond) doe je de binnenbeenlengte maal 0,883. Deze som geeft de afstand weer van de bovenkant van je zadel tot het midden van de trapas.
3. Holmes-methode
Een derde optie om je ideale zadelhoogte te weten te komen is een stuk wiskundiger. Deze methode baseert zich namelijk op het aantal graden van hoeken. Volgens deze methode moet het kniegewricht een hoek vormen tussen de 25 en 35 graden als het pedaal in de laagste positie staat.
Het is uiteraard geen sinecure dit zelf te meten, dus werk je best met beeldmateriaal. Film jezelf terwijl je pakweg een minuut rustig fietst op bijvoorbeeld een trainer. Pauzeer de video als je pedaal helemaal onderaan staat. Vervolgens meet je de hoek die gevormd wordt door je onderbeen en het verlengde van je bovenbeen. Is die hoek groter dan 35 graden? Dan moet je zadel omhoog. Als de hoek kleiner is dan 25 graden, dan zal je zadel moeten zakken.